De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie eenmaal in het land zijn waar Ik je naartoe breng, en van de opbrengst van de akkers eten, schenk dan een deel ervan aan de HEER. Maak van het eerste deeg een brood en sta dat af, zoals je ook na het dorsen een deel van je graan afstaat. Van je eerste deeg moet je iets afstaan aan de HEER, jullie en alle komende generaties. Het kan zich voordoen dat jullie onopzettelijk verzuimen een van de geboden die de HEER aan Mozes gegeven heeft na te leven – welk van de geboden dan ook die de HEER jullie bij monde van Mozes heeft opgelegd op die eerste dag dat Hij Zijn geboden gaf, of op enig moment daarna.
Lees meer ...Numeri 15:32-41 Regels en voorschriften 3
Tijdens hun verblijf in de woestijn troffen de Israëlieten eens een man aan die op sabbat hout aan het sprokkelen was. Degenen die hem aangetroffen hadden, brachten hem voor Mozes en Aäron en voor de hele gemeenschap. Hij werd in bewaring gesteld, omdat nog niet was bepaald wat er met zo iemand moest gebeuren. De HEER zei tegen Mozes: ‘Die man moet gedood worden.
Lees meer ...Numeri 16:1-13 Het gezag van Mozes en Aäron betwist 1
De Leviet Korach, de zoon van Jishar, de zoon van Kehat, en de Rubenieten Datan en Abiram, de zonen van Eliab, en On, de zoon van Pelet, kwamen tegen Mozes in opstand. Ze werden gesteund door tweehonderdvijftig leiders van de Israëlieten, achtenswaardige mannen, de aanzienlijkste van de gemeenschap. Ze stelden zich tegenover Mozes en Aäron op en zeiden tegen hen: ‘U matigt u te veel aan. Alle leden van de gemeenschap zijn heilig, en de HEER is in hun midden. Waarom voelt u zich dan boven de gemeenschap van de HEER verheven?’ Bij het horen van deze woorden wierp Mozes zich ter aarde. Daarna zei hij tegen Korach en zijn aanhang: ‘Morgen zal de HEER bekendmaken wie Hem toebehoort, wie heilig is en in Zijn nabijheid mag verkeren.
Lees meer ...Numeri 16:14-26 Het gezag van Mozes en Aäron betwist 2
U hebt ons bepaald niet naar een land gebracht dat overvloeit van melk en honing, en ons ook geen akkers en wijngaarden gegeven. Denkt u dat u mannen als wij een rad voor ogen kunt draaien? We komen niet.’ Toen werd Mozes woedend. ‘Schenk geen aandacht aan hun offer,’ zei hij tegen de HEER. ‘Niemand van hen heb ik ook maar een ezel afgenomen, niemand van hen heb ik kwaad gedaan.’ Tegen Korach zei Mozes: ‘Morgen moeten u en al uw aanhangers voor de HEER verschijnen – u en zij, en Aäron. Iedereen moet dan een vuurbak nemen en er reukwerk in leggen,
Lees meer ...Numeri 16:27-35 Het gezag van Mozes en Aäron betwist 3
Iedereen ging bij de tenten van Korach, Datan en Abiram weg. Datan en Abiram kwamen naar buiten en bleven bij de ingang van hun tent staan, samen met hun vrouwen en kinderen. Mozes zei: ‘Nu zult u inzien dat het de HEER is die mij gezonden heeft om alles te doen wat ik heb gedaan, en dat het niet uit mijzelf is voortgekomen. Sterven deze mensen op de manier waarop iedereen sterft, treft hen hetzelfde lot als ieder ander, dan heeft de HEER mij niet gezonden.
Lees meer ...Numeri 17:1-15 Het gezag van Mozes en Aäron betwist 4
De HEER zei tegen Mozes: ‘Beveel Eleazar, de zoon van de priester Aäron, de vuurbakken uit de as te halen, en gooi de gloeiende kolen eruit, ver weg, want ze zijn heilig. De vuurbakken van de mannen die hun zonde met de dood hebben moeten bekopen zijn de HEER aangeboden, en daarom zijn ze heilig. Sla er platen van en bekleed daarmee het altaar. Zo zullen ze de Israëlieten als waarschuwing dienen.’ De priester Eleazar pakte de bronzen vuurbakken waarmee door hen die door de vlam gedood waren een offer was gebracht; ze werden geplet en met de platen werd het altaar bekleed; zo had de HEER het bij monde van Mozes aan Eleazar opgedragen.
Lees meer ...Numeri 17:16-28 Het gezag van Mozes en Aäron betwist 5
De HEER zei tegen Mozes: ‘Vraag aan het hoofd van elk van de Israëlitische stammen om je een staf te geven, twaalf staven bij elkaar: voor elk stamhoofd moet er een staf zijn. Schrijf ieders naam op zijn staf. Op die van Levi moet je Aärons naam schrijven. Leg alle staven in de ontmoetingstent, voor de verbondstekst, waar Ik altijd bij jullie kom. De staf van de man die Ik uitkies, zal gaan bloeien. Zo zal Ik dat voortdurende geklaag van de Israëlieten tegen jullie doen verstommen.’
Lees meer ...Numeri 18:1-10 Taken en inkomsten van priesters en Levieten 1
De HEER zei tegen Aäron: ‘Jij en je zonen en je hele familie zullen verantwoordelijk worden gesteld voor overtredingen die in het heiligdom worden begaan, en jij en je zonen alleen worden verantwoordelijk gesteld voor overtredingen die jullie bij het uitoefenen van het priesterschap begaan. Laat je verwanten, de stam Levi, de stam van je voorvader, samen met jou naar het heiligdom komen; ze moeten zich bij je aansluiten en jou en je zonen behulpzaam zijn wanneer jullie voor de tent met de verbondstekst dienst doen. Zij moeten de taken verrichten die jij hun geeft en zorg dragen voor de tent zelf. Maar ze mogen niet in de buurt van de heilige voorwerpen of het altaar komen, anders zullen ze sterven, en jullie ook.
Lees meer ...Numeri 18:11-20 Taken en inkomsten van priesters en Levieten 2
Ook komt jou een vast deel toe van alle offergaven van de Israëlieten die omhooggeheven worden. Dit geef Ik voor altijd aan jou, je zonen en je dochters. Iedereen in je familie die rein is mag ervan eten. Ik geef je het beste van de olijfolie en het beste van de wijn en het graan, de allereerste opbrengst, die de Israëlieten aan de HEER afstaan. De eerste opbrengst van hun land, die ze aan de HEER geven, is voor jou. Iedereen in je familie die rein is mag ervan eten. Alles in Israël waarop Mijn ban rust, is voor jou.
Lees meer ...Numeri 18:21-32 Taken en inkomsten van Priesters en Levieten 3
Wat de Levieten betreft, hun geef Ik alle tienden van de Israëlieten in bezit, als vergoeding voor de werkzaamheden die ze bij de ontmoetingstent verrichten. De Israëlieten mogen niet langer in de buurt van de ontmoetingstent komen, ze zouden daarmee schuld op zich laden en sterven. De werkzaamheden bij de ontmoetingstent worden verricht door de Levieten, en zij worden verantwoordelijk gesteld voor overtredingen. Dit voorschrift blijft voor altijd van kracht, voor alle komende generaties. De Levieten krijgen geen grondbezit zoals de andere Israëlieten;
Lees meer ...