De HEER zei tegen Mozes en Aäron: ‘Wanneer de Israëlieten hun tenten opslaan, moeten ze dat doen rond de ontmoetingstent, op enige afstand ervan, ieder bij zijn eigen vaandel en bij de herkenningstekens van zijn familie. Aan de oostkant, waar de Zon opkomt, moeten de afdelingen van Juda zich bij hun vaandel legeren. Aanvoerder van de Judeeërs is Nachson, de zoon van Amminadab. Zijn leger is volgens de telling 74.600 man sterk. Aan dezelfde kant slaat de stam Issachar zijn tenten op. Hun aanvoerder is Netanel, de zoon van Suar.
Lees meer ...Numeri 2:18-34 Legering van de Israëlieten 2
Aan de westkant moeten de afdelingen van Efraïm zich bij hun vaandel legeren. Aanvoerder van de Efraïmieten is Elisama, de zoon van Ammihud. Zijn leger is volgens de telling 40.500 man sterk. Aan dezelfde kant komt de stam Manasse. Hun aanvoerder is Gamliël, de zoon van Pedasur. Zijn leger telt 32.200 man. Ook de stam Benjamin komt daar. Hun aanvoerder is Abidan, de zoon van Gidoni. Zijn leger telt 35.400 man. In totaal tellen de legerafdelingen van Efraïm 108.100 man. Zij breken als derde op.
Lees meer ...Numeri 3:1-16 Telling van de Levieten; hun taken 1
Dit waren de nakomelingen van Aäron en Mozes in de tijd dat de HEER op de Sinai met Mozes sprak. Dit zijn de namen van Aärons zonen: Nadab – de oudste -, Abihu, Eleazar en Itamar. Dit waren de namen van Aärons zonen; zij waren tot priester gezalfd, zij waren aangesteld om het priesterambt te bekleden. Nadab en Abihu waren bij het heiligdom gestorven toen ze de HEER in de Sinaiwoestijn vuur hadden aangeboden dat niet voldeed aan de voorschriften. Ze hadden geen zonen, zodat alleen Eleazar en Itamar overbleven om tijdens het leven van hun vader Aäron het priesterambt te bekleden. De HEER zei tegen Mozes: ‘Laat de stam Levi komen om zich in dienst te stellen van Aäron: zij moeten hem, de priester, behulpzaam zijn.
Lees meer ...Numeri 3:17-32 Telling van de Levieten; hun taken 2
Dit zijn de namen van de zonen van Levi: Gerson, Kehat en Merari. De zonen van Gerson heetten Libni en Simi. De zonen van Kehat: Amram, Jishar, Chebron en Uzziël. De zonen van Merari: Machli en Musi. Naar hen werden de verschillende geslachten genoemd. Dit waren de geslachten van de Levieten, die elk weer onderverdeeld waren in families. Van Gerson stamden de Libnieten en de Simieten af; dit waren de geslachten van de Gersonieten. Het aantal mannelijke personen van één maand en ouder dat werd ingeschreven, bedroeg 7500. De Gersonieten sloegen hun kamp op achter de tabernakel, aan de westkant.
Lees meer ...Numeri 3:33-43 Telling van de Levieten; hun taken 3
Van Merari stamden de Machlieten en de Musieten af; dat waren de geslachten van de Merarieten. Het aantal mannelijke personen van één maand en ouder dat werd ingeschreven, bedroeg 6200. Hun leider was Suriël, de zoon van Abichaïl. Zij sloegen hun kamp op aan de andere lange zijde van de tabernakel, aan de noordkant. De Merarieten waren belast met de zorg voor de planken van de tabernakel, de dwarsbalken, palen en voetstukken en wat daarbij hoorde. Alles wat hiermee te maken had, was hun werk.
Lees meer ...Numeri 3:44-51 Telling van de Levieten; hun taken 4
De HEER zei tegen Mozes: ‘Zonder de Levieten voor Mij af in de plaats van de eerstgeboren Israëlieten, en het vee van de Levieten in de plaats van het vee van de Israëlieten. De Levieten behoren Mij toe. Ik ben de HEER. Voor elk van de tweehonderddrieënzeventig eerstgeboren Israëlieten die het aantal Levieten te boven gaan, moet je als losgeld vijf sjekel innen,
Lees meer ...Numeri 4:1-14 Telling van de Levieten; hun taken 5
De HEER zei tegen Mozes en Aäron: ‘Houd onder de Levieten een telling van de Kehatieten die tussen de dertig en vijftig jaar oud zijn en verplicht zijn werkzaamheden bij de ontmoetingstent te verrichten. Tel hen per geslacht en per familie. De Kehatieten hebben als taak zorg te dragen voor het allerheiligste in de ontmoetingstent. Wanneer het kamp wordt opgebroken, moeten Aäron en zijn zonen het voorhangsel losmaken en er de ark met de verbondstekst mee bedekken. Ze leggen er een kleed van zeekoevellen overheen, spreiden daarover een geheel blauwpurperen kleed en brengen de draagbomen aan.
Lees meer ...Numeri 4:15-28 Telling van de Levieten; hun taken 6
Pas als Aäron en zijn zonen bij het opbreken van het kamp klaar zijn met het bedekken van het heiligdom en alle heilige voorwerpen, mogen de Kehatieten komen om ze te dragen. Zij mogen het heiligdom niet aanraken, anders sterven ze. Dat zijn de voorwerpen uit de ontmoetingstent die de Kehatieten moeten dragen. Eleazar, de zoon van de priester Aäron, heeft het toezicht op de olie voor het licht, op het geurige reukwerk, het dagelijkse graanoffer en de zalfolie. Hij heeft het toezicht op de tabernakel en alles wat zich daarin bevindt, op het hele heiligdom en alle bijbehorende voorwerpen.’ De HEER zei tegen Mozes en Aäron: ‘Zorg ervoor dat de Kehatitische tak van de Levieten niet wordt uitgeroeid.
Lees meer ...Numeri 4:29-41 Telling van de Levieten; hun taken 7
Wat de Merarieten betreft, ook hen moet je geordend naar geslacht en familie inschrijven, en wel allen die tussen de dertig en vijftig jaar oud zijn en verplicht zijn werkzaamheden bij de ontmoetingstent te verrichten. De taak die zij bij het vervoer van de ontmoetingstent hebben, is het dragen van de planken van de tabernakel, de dwarsbalken, de palen en voetstukken, en de palen van de omheining, met de pinnen en de touwen en wat er verder bij hoort. Alles wat hiermee te maken heeft, is hun werk.
Lees meer ...Numeri 4:42-49 Telling van de Levieten; hun taken 8
Het aantal Merarieten dat, geordend naar geslacht en familie, werd ingeschreven, allen die tussen de dertig en vijftig jaar oud waren en verplicht waren werkzaamheden bij de ontmoetingstent te verrichten, dit aantal ingeschrevenen, geordend naar geslacht, bedroeg 3200.
Lees meer ...