Page 220 of 323
1 218 219 220 221 222 323

Exodus 33:1-11 De nieuwe stenen platen 1

De HEER zei tegen Mozes: ‘Vertrek van hier, met het volk dat je uit Egypte hebt weggeleid, en ga naar het land waarvan Ik Abraham, Isaak en Jakob onder ede heb beloofd dat Ik het aan hun nakomelingen zou geven, een land dat overvloeit van melk en honing. Ik zal een engel voor je uit sturen en Ik zal de Kanaänieten, de Amorieten, Hethieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten verdrijven. Maar Ik trek niet met jullie mee, want jullie zijn een onhandelbaar volk en Ik zou jullie daarom onderweg kunnen doden.’ Toen het volk deze onheilstijding hoorde, ging het in de rouw;

0Shares
Lees meer ...

Exodus 33:12-23 De nieuwe stenen platen 2

Mozes zei tegen de HEER: ‘U draagt mij wel op het volk verder te laten trekken, maar U hebt mij niet laten weten wie U met mij mee zult sturen, terwijl U toch gezegd hebt: “Jou heb Ik uitgekozen, jou ben Ik goedgezind.” Als dat werkelijk zo is, laat mij dan weten wat Uw plannen zijn. Dan leer ik U kennen en weet ik zeker dat U mij goedgezind bent. Vergeet toch niet dat deze mensen Uw volk zijn.’ De HEER antwoordde: ‘Moet Ik dan zelf meegaan om je gerust te stellen?’ Mozes zei: ‘Als U niet zelf meegaat, laat ons dan niet verder trekken.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 34:1-12 De nieuwe stenen platen 3

De HEER zei tegen Mozes: ‘Hak twee stenen platen uit, gelijk aan de vorige. Dan zal Ik op die platen de geboden schrijven die ook op de eerste stonden, die jij stukgegooid hebt. Morgenvroeg moet je gereed zijn, want dan moet je de Sinai op gaan. Kom daar, op de top van de berg, bij Mij. Laat niemand met je mee naar boven gaan, op de hele berg mag niemand te zien zijn, en ook de schapen, geiten en runderen mogen niet in de nabijheid van de berg grazen.’ Mozes hakte twee stenen platen uit, net als de vorige, en ’s morgens ging hij in alle vroegte de Sinai op, zoals de HEER hem had opgedragen. De twee stenen platen droeg hij bij zich.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 34:13-24 De nieuwe stenen platen 4

Breek hun altaren af, verbrijzel hun gewijde stenen en hak hun Asjerapalen om, want jullie mogen niet voor een andere god neerknielen. De HEER, de Afgunstige, duldt immers geen andere goden naast zich. Sluit geen verbond met de inwoners van dat land, want wanneer die zich met hun goden afgeven en offers aan hen brengen, zouden ze jullie uitnodigen om aan hun offermaaltijden deel te nemen. En als jullie uit hun dochters voor je zonen vrouwen kiezen, en die vrouwen geven zich met hun goden af, zullen ze ook je zonen daartoe verleiden. Maak geen godenbeelden.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 34:25-35 De nieuwe stenen platen 5

Als je een offerdier voor Mij slacht, mag het bloed van het dier alleen vloeien wanneer er niets aanwezig is dat zuurdesem bevat, en van het offerdier voor het pesachfeest mag niets tot de volgende morgen bewaard worden. De allereerste opbrengst van je akker moet je naar het heiligdom van de HEER, je God, brengen. Een geitenbokje mag je niet koken in de melk van zijn moeder.’ De HEER zei tegen Mozes: ‘Stel deze geboden op schrift, want op grond van deze geboden sluit Ik met jou en de Israëlieten een verbond.’ Veertig dagen en veertig nachten bleef Mozes daar bij de HEER, zonder te eten of te drinken.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 35:4-23 Bijdragen van het volk; de vaklieden 1

Mozes zei tegen de Israëlieten: ‘De HEER draagt u op Hem geschenken te geven. Laat iedereen die daartoe bereid is iets aan de HEER afstaan: goud, zilver of koper, blauwpurperen, roodpurperen of karmozijnrode wol, fijn linnen garen of geitenhaar, rood geverfde ramsvellen, vellen van zeekoeien, acaciahout, lampolie, geurige specerijen voor de zalfolie en voor de reukoffers, onyxstenen voor de priesterschort of edelstenen voor de borsttas. Alle vaklieden moeten zich melden, om alles te maken waartoe de HEER opdracht heeft gegeven: de tabernakel met het bijbehorende dekkleed en alle haken, planken, dwarsbalken, palen en voetstukken, de ark met de draagbomen, de verzoeningsplaat en het voorhangsel,

0Shares
Lees meer ...

Exodus 35:24-35 Bijdragen van het volk; de vaklieden 2

Anderen schonken de HEER zilver of koper, en weer anderen brachten het acaciahout dat ze hadden en dat voor tal van voorwerpen nodig was. Vrouwen die de kunst van het spinnen verstonden, sponnen eigenhandig blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en fijn linnen garen en stonden dat af. Andere vrouwen, die dat graag deden en er bedreven in waren, sponnen geitenhaar. De leiders van Israël brachten de onyxstenen voor de priesterschort en de edelstenen voor de borsttas,

0Shares
Lees meer ...

Exodus 36:1-7 Bijdragen van het volk; de vaklieden 3

Besaleël en Oholiab moeten alle voorwerpen voor de dienst in het heiligdom maken, precies zoals de HEER het heeft opgedragen. Allen die hun vak verstaan en aan wie de HEER de wijsheid en het inzicht geschonken heeft die hiervoor nodig zijn, moeten hen helpen.’ Hierop riep Mozes Besaleël en Oholiab bij zich, en alle vaklieden aan wie de HEER wijsheid geschonken had en die graag bereid waren het werk ter hand te nemen.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 36:8-26 Het maken van de tabernakel 1

De vaklieden die bij de uitvoering van het werk betrokken waren, maakten van tien geweven banen de tabernakel. Ze weefden de banen op vakkundige wijze van getwijnd linnen garen en van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol, met een patroon van cherubs. Alle banen hadden dezelfde afmetingen: de lengte van iedere baan was achtentwintig el, de breedte vier el. Vijf aan vijf werden ze aan elkaar gezet. Aan de laatste baan van elk van de twee kleden die zo ontstonden, werden lussen van blauwpurperen wol gezet: vijftig lussen aan elk van beide kleden, zo dat ze precies tegenover elkaar kwamen te zitten.

0Shares
Lees meer ...
Page 220 of 323
1 218 219 220 221 222 323