Page 184 of 323
1 182 183 184 185 186 323

Kolossenzen 4:7-18 Groeten

Tychikus, onze geliefde broeder, onze trouwe helper en mededienaar van de Heer, zal u alles over mij vertellen. Hem stuur ik naar u toe om u over onze omstandigheden in te lichten en om u moed in te spreken, samen met Onesimus, onze trouwe en geliefde broeder die een van u is; zij beiden zullen u vertellen hoe het hier gaat. Aristarchus, mijn medegevangene, Barnabas’ neef Marcus (over wie u al instructies hebt gekregen: ontvang hem gastvrij wanneer hij bij u komt) en Jezus Justus groeten u;

0Shares
Lees meer ...

1 Tessalonicenzen 1:1-10 De eerste brief aan de Tessalonicenzen

Van Paulus, Silvanus en Timoteüs. Aan de gemeente in Tessalonica, die toebehoort aan God, de Vader, en de Heer Jezus Christus. Genade zij u en vrede. Wij danken God altijd voor u allen: wij noemen u onophoudelijk in onze gebeden en gedenken dan voor onze God en Vader hoeveel uw geloof tot stand brengt, hoe krachtig uw liefde is en hoe standvastig u blijft hopen op de komst van Jezus Christus, onze Heer. God heeft u lief, broeders en zusters. Wij weten dat Hij u heeft uitgekozen:

0Shares
Lees meer ...

1 Tessalonicenzen 2:1-12 Bezoek aan Tessalonica 1

U weet zelf, broeders en zusters, dat ons bezoek aan u niet tevergeefs is geweest. Ondanks de mishandelingen en beledigingen die wij, zoals u bekend is, in Filippi te verduren hadden, vonden we in vertrouwen op onze God de moed u bekend te maken met Zijn evangelie. Daarvoor hebben we ons tot het uiterste ingespannen. Onze oproep berust niet op een dwaling, op oneerlijkheid of bedrog. Wij spreken alleen omdat God ons daartoe waardig heeft gekeurd en ons het evangelie heeft toevertrouwd – niet om mensen te behagen, maar God, die de mensen doorgrondt.

0Shares
Lees meer ...

1 Tessalonicenzen 2:13-20 Bezoek aan Tessalonica 2

Wij danken God dan ook onophoudelijk dat u Zijn woord, dat u van ons ontvangen hebt, niet hebt aangenomen als een boodschap van mensen, maar als wat het werkelijk is: als het woord van God dat ook werkzaam is in u, die gelooft. Het is u vergaan, broeders en zusters, als Gods gemeenten in Judea die Christus Jezus toebehoren. U hebt even zwaar onder uw stadsgenoten geleden als zij onder de Joden.

0Shares
Lees meer ...

1 Tessalonicenzen 3:1-13 Bezoek aan Tessalonica 3

Omdat we het niet langer uithielden, besloten we Timoteüs naar u toe te sturen, onze broeder en Gods medewerker in de verkondiging van het evangelie van Christus. Zelf bleven we in Athene achter. Timoteüs moest u sterken en aanmoedigen in uw geloof, zodat u zich niet uit het veld zou laten slaan door de tegenspoed die u ondervindt. U weet tenslotte zelf dat wij die moeten ondergaan. Toen we bij u waren, hebben we u al gezegd dat ons tegenspoed te wachten stond; die is dan ook gekomen, zoals u ondervonden hebt. Ik heb Timoteüs dus gestuurd omdat ik het niet langer kon uithouden.

0Shares
Lees meer ...

1 Tessalonicenzen 4:1-12 Aansporingen 1

Broeders en zusters, in naam van de Heer Jezus vragen we u met klem te leven zoals wij het u hebben geleerd, dus zo dat het God behaagt. U doet dat al, maar wij sporen u aan het nog veel meer te doen. U kent de voorschriften die wij u op gezag van de Heer Jezus hebben gegeven. Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt: dat u zich onthoudt van ontucht, dat ieder van u zijn lichaam heiligt en in eerbaarheid weet te beheersen en dat u niet zoals de ongelovigen, die God niet kennen, toegeeft aan uw hartstocht en begeerte.

0Shares
Lees meer ...

1 Tessalonicenzen 5:1-11 Aansporingen 3

Broeders en zusters, ik hoef u niet te schrijven over het moment waarop dit zal gebeuren, want u weet zelf maar al te goed dat de dag van de Heer komt als een dief in de nacht. Als de mensen zeggen dat er vrede en veiligheid is, worden ze plotseling getroffen door de ondergang, zoals een zwangere vrouw door barensweeën. Vluchten is dan onmogelijk. Maar u, broeders en zusters, u leeft niet in de duisternis,

0Shares
Lees meer ...

1 Tessalonicenzen 5:12-28 Aansporingen 4

Wij vragen u, broeders en zusters, diegenen onder u te erkennen die zich op gezag van de Heer ervoor inzetten u te leiden en terecht te wijzen. U moet hun om hun werk veel liefde en respect betonen. Leef in vrede met elkaar. Wij sporen u aan, broeders en zusters, iedereen die zijn dagelijks werk verwaarloost terecht te wijzen, de moedelozen hoop te geven, op te komen voor de zwakken, met iedereen geduld te hebben.

0Shares
Lees meer ...

2 Tessalonicenzen 1:1-12 De tweede brief aan de Tessalonicenzen

Van Paulus, Silvanus en Timoteüs. Aan de gemeente in Tessalonica, die toebehoort aan God, onze Vader, en de Heer Jezus Christus. Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en de Heer Jezus Christus. Lijden voor het koninkrijk van God. Broeders en zusters, wij moeten God altijd voor u danken. Het past ons dit te doen, omdat uw geloof sterk groeit en uw liefde voor elkaar groter wordt. Wij spreken dan ook in de gemeenten van God vol trots over uw standvastigheid en trouw onder de vervolgingen en onderdrukking die u moet doorstaan.

0Shares
Lees meer ...
Page 184 of 323
1 182 183 184 185 186 323