Page 3 of 11
1 2 3 4 5 11

Zacharia 5:1-11

Opnieuw sloeg ik mijn ogen op, en daar zag ik een vliegende boekrol. ‘Wat zie je?’ vroeg hij me, en ik antwoordde: ‘Ik zie een vliegende boekrol van twintig el lang en tien el breed.’ Toen zei hij: ‘Dat is de vloek die rondwaart over het hele land. Aan de ene kant staat geschreven dat ieder die steelt zal worden gestraft, aan de andere kant dat ook ieder die meineed pleegt zijn straf niet zal ontlopen. Ik heb die vloek uitgevaardigd – spreekt de HEER van de hemelse machten.

0Shares
Lees meer ...

Zacharia 6:1-15

Opnieuw sloeg ik mijn ogen op, en daar zag ik vier wagens tussen twee bergen vandaan komen. Die bergen waren van koper. Voor de eerste wagen waren voskleurige paarden gespannen, voor de tweede zwarte, voor de derde witte en voor de vierde gevlekte. Het waren sterke paarden. Ik vroeg aan de engel die met mij sprak: ‘Wat betekent dat, mijn heer?’ Hij antwoordde: ‘Dat zijn de vier winden van de hemel, die uitrijden nadat ze hun opwachting hebben gemaakt bij de Heer van de hele aarde. De wagen met de zwarte paarden rijdt uit naar het noorden, de witte paarden gaan naar het westen en de gevlekte naar het zuiden.’ De paarden stonden te trappelen om uit te rijden en de aarde te doorkruisen.

0Shares
Lees meer ...

Zacharia 7:1-14 Bemoediging

In het vierde jaar van koning Darius richtte de HEER zich tot Zacharia. Het was op de vierde dag van de negende maand, de maand kislew. De stad Betel had Sareser en Regem-Melech met zijn mannen afgevaardigd om de gunst van de HEER af te smeken, en om aan de priesters in de tempel van de HEER van de hemelse machten en aan de profeten de volgende vraag voor te leggen: ‘Al jarenlang wordt er bij ons in de vijfde maand getreurd en gevast. Is het werkelijk nodig dat we dat blijven doen?’ Toen richtte de HEER van de hemelse machten zich tot mij: ‘Zeg tegen de bevolking van dit land en tegen de priesters: “Wanneer jullie in de vijfde en de zevende maand rouwen en vasten,

0Shares
Lees meer ...

Zacharia 8:1-12 1

Maar nu luidt het woord van de HEER van de hemelse machten: ‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik brand van liefde voor Sion; met vurige liefde neem Ik het op voor Jeruzalem. Dit zegt de HEER: Ik keer terug naar de Sion en kom in Jeruzalem wonen. “Stad van trouw” zal Jeruzalem heten, en de berg van de HEER van de hemelse machten “Heilige berg”. Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Opnieuw zullen er op de pleinen van Jeruzalem oude mensen zitten, steunend op hun stok vanwege hun hoge leeftijd, en de straten zullen krioelen van de spelende kinderen.

0Shares
Lees meer ...

Zacharia 8:13-23 2

Vroeger golden jullie bij de andere volken als vervloekt, Juda en Israël, maar nu Ik jullie te hulp kom, zullen ze jullie als gezegend beschouwen. Geef dus de moed niet op en houd vol! Want dit zegt de HEER van de hemelse machten: Toen jullie voorouders Mijn woede opwekten, nam Ik me voor dit volk kwaad te doen – zegt de HEER van de hemelse machten -, en dat heb Ik ook gedaan, zonder erop terug te komen. Maar nu heb Ik me voorgenomen om het volk van Jeruzalem en Juda goed te doen. Geef dus de moed niet op. Hier moeten jullie je aan houden: Spreek de waarheid tegen elkaar, bewaar de vrede door eerlijk en rechtvaardig recht te spreken;

0Shares
Lees meer ...

Zacharia 9:1-9 Andere profetieën 1

Profetie. Het woord van de HEER heeft Chadrach bereikt, en het rust op Damascus. Naar de HEER immers zal de hele mensheid zich richten, net als de stammen van Israël. Ook op het aangrenzende Hamat rust het woord van de HEER, en op Tyrus en Sidon, ondanks al hun vernuft. Tyrus bouwde voor zichzelf een bolwerk, het hoopte zilver op als stof en goud als slijk in de straten, maar de Heer zal de stad in bezit nemen, haar rijkdom in zee storten, en de stad zelf gaat in vlammen op.

0Shares
Lees meer ...

Zacharia 9:10-17 Andere profetieën 2

Ik zal de strijdwagens uit Efraïm verjagen en de paarden uit Jeruzalem; de bogen worden gebroken. Hij zal vrede stichten tussen de volken. Zijn heerschappij strekt zich uit van zee tot zee, van de Rivier tot de einden der aarde. Want, Sion, omwille van Mijn verbond met jou, met offerbloed bekrachtigd, zal Ik de gevangenen vrijlaten uit de put zonder water. Keer terug naar de burcht, gevangenen. Jullie hoop is niet vergeefs geweest,

0Shares
Lees meer ...

Zacharia 10:1-12

Wanneer het voorjaar wordt, vraag dan de HEER om regen. Hij is het die onweerswolken maakt, Hij schenkt de mensen stortregens en gewas op het veld. Orakels zijn bedrog en waarzeggers vertellen leugens: wat zij dromen komt niet uit, hun troost bestaat uit holle woorden. De mensen dolen rond als schapen, ontredderd, want een herder is er niet. Woedend ben Ik op de herders, en de bokken zal Ik weten te vinden. De HEER van de hemelse machten zal zich ontfermen over het volk van Juda, Zijn kudde, en het tot Zijn prachtig strijdros maken. Uit dit volk komt de hoeksteen voort, de tentpin en de oorlogsboog, uit dit volk komen alle overwinnaars.

0Shares
Lees meer ...

Zacharia 11:1-9 1

Open je poorten, Libanon! Vuur zal je ceders verteren. Klaag, cipres, want gevallen is de ceder: de machtigen zijn geveld. Huil, eiken van Basan, want gevallen is het ondoordringbare woud. Hoor de herders jammeren, want verwoest is hun lustoord. Hoor de leeuwen brullen, want verwoest is de trots van de Jordaan. Dit heeft de HEER, mijn God, gezegd:

0Shares
Lees meer ...

Zacharia 11:10-17 2

Toen nam ik mijn staf Vriendelijkheid en sloeg hem aan stukken om het verbond te verbreken dat ik gesloten had met alle volken, en daarmee was het verbroken. De veehandelaars, die goed op mij letten, begrepen dat ik dit deed in opdracht van de HEER. Ik zei tegen hen: ‘Als u tevreden bent, keer me dan mijn loon uit; zo niet, laat het dan maar.’ En ze betaalden mij mijn loon uit, dertig sjekel zilver. Toen zei de HEER tegen mij:

0Shares
Lees meer ...
Page 3 of 11
1 2 3 4 5 11